‘Er moet wel wat te versterken zijn!’

Interview met geluidsman Maarten Groot en lichtmens Mink Broeze medio 1998

Hoe zijn jullie bij d’Ye gekomen?
Mink: Ik was ongeveer 13 jaar toen ik met mijn vader (Han) meeging om te helpen met decorbouwen. Beetje helpen hier, beetje helpen daar en toen Jan van Dijk ophield met het licht toen vroeg d’Ye mij, ik was/ben electricien vandaar de link met het licht.
Maarten: Ik deed bij de cabaretvoorstelling van de atletiekvereniging al het geluid. Toen ben ik een keer gevraagd door d’Ye. Toen het volgende stuk eraan kwam vroeg ik verlegen ‘Willen jullie nog van mijn diensten gebruik maken?’ Ja dus, ik ben er nu dan ook al 24 jaar bij.

Is er veel veranderd in de afgelopen periode qua spullen en techniek?
Mink: Zeker! Wij hadden eerst van die perspectslampen (oh, die… red.), die hingen op een vaste plek in het Damhotel, ik kon dus niets speciaals doen met het licht. Vrij vlot daarna gingen we lampen huren maar omdat dat toch erg prijzig was, hebben we de lampen uiteindelijk gekocht.
Maarten: We hadden qua geluid twee microfoontjes, hangende aan een draadje aan het plafond, en een gammele spoelrecorder… het was brandhout. Ik weet nog goed dat we een keer bij een serieus stuk muziek hadden. Ging de spoelrecorder toch jengelen! Iedereen in paniek. ‘Hoe kan dat nou?’ vroeg iedereen. Tja, techniek kan altijd falen. Wat ik zelf graag nog zou willen, zijn zendermicrofoons. Kijk, we hebben nu redelijke microfoons en een knappe versterking, maar dan moet er wel wat te versterken zijn! Sommige spelers spreken zo zacht en een zendermicrofoon zou dan een hoop helpen.

Hebben jullie nog een leuke anecdote?
Mink: Ik had eens een keer bij het kindertoneel dat het licht uitgevallen was. Wat wil nu het geval, Paul de Boer had per ongeluk twee knopjes uitgetrapt van het dimapparaat (ah, die red.), alles pikkedonker op het toneel. De kinderen hadden niets in de gaten, ze dachten dat het erbij hoorde. Nel en Gerro speelden gewoon door totdat zij in de gaten hadden dat het zo niet verder kon. De twee knopjes waren trouwens snel gevonden.
Maarten: Vroeger zat het licht en geluid achter het toneel. Als bijvoorbeeld de telefoon moest rinkelen en iemand moest die opnemen, dan moest Mink ‘Stop’ of ‘Ja’ roepen tegen mij om het gerinkelen te laten stoppen. Het is wel eens gebeurd dat iemand op toneel een radio aan moest zetten en vlak voordat de radio echt aan moest was die al aan. Iedereen lachen, behalve ik… Wat ook grappig was van het licht en geluid achter het toneel, was dat als er een tijdje geen geluidseffecten nodig waren in een stuk, ik wel eens vlug naar de snackbar De Boei ging om even snel een broodje kroket te halen. En dan maar zorgen om op tijd terug te zijn.

Bedankt