Met de handen in ‘t haar

Interview met grimeur Mieke

‘Tja, hoe ben ik bij d’Ye terecht gekomen’ begint Mieke de Visser, zittend achter de grimetafel in het Damhotel. ‘De vorige grimeur, dhr Koekoek, kwam een keer niet opdagen. Dat moet zo’n 22 jaar geleden zijn geweest, en d’Ye zat met de handen in ‘t haar. Jan de Boer kende ons, Luc en mij dus, en of ik kon komen. Het probleem was echter dat Luc niet thuis was en de grimespullen in de auto had. Ik heb toen even vlug wat spullen uit de laden getrokken en ben bij buurvrouwen langs geweest of zij wat make-up spullen voor mij hadden. Zo ben ik dus vertrokken naar Edam. Trouwens ik vind het wel erg leuk dat ik geïnterviewd word. Mijn eerste interview trouwens, normaal wordt Luc altijd geinterviewd.’ (Luc de Visser is grimeur voor het NOB en zorgt er onder andere voor dat Sinterklaas op TV er netjes uit ziet; red.) ‘Grime-ervaring heb ik opgedaan via Luc en via het professionele toneel. Ik was 19 jaar en werkte op kantoor. Vaak ging ik met Luc mee naar toneel waar hij grimeur was, verliefd tot en met. En zo leerde ik spelenderwijs de techniek van het grimeren. Op een gegeven moment was de kapster bij “My Fair Lady” van Wim Sonneveld ziek. Ik had wel eens eerder geholpen bij het kappen en omdat iedereen daar tevreden over was, vroeg Wim of ik dat wilde doen. Van het één kwam het ander en heb ik free-lance gewerkt in Carré. Maar om terug te komen op d’Ye… Ik heb geen spijt dat ik hier ben komen schminken. Een gezellige ploeg mensen waar je je bij thuis voelt. Ook al ben je niet één van de spelers, je voelt je één van de familie. Het is een goede toneelvereniging die veel durft. De regisseurs laten mij vrij om mijn ideeën uit te werken. Iedereen is enthousiast en er is geen mooier compliment dan wanneer iemand uit het publiek later vraagt: ‘Die oude demente soldaat, wie was dat nou eigenlijk? (Wijnand Visser; red.)’ Ik hoop dat d’Ye zo doorgaat en ik verheug me nu al op “Hamlet”.’
Mieke