01 mrt

Geen sex in Sussex

D’Ye op dreef in Engelse klucht

Jan Besseling, Herman Nordmann en Nel Bakker Foto: Gerard Jansen

Jan Besseling, Herman Nordmann en Nel Bakker
Foto: Gerard Jansen

D’Ye was uitstekend op dreef met de kostelijke Engelse klucht “Geen sex in Sussex”. Een dwaas verhaal met een vorm van humor, waar de Britten kennelijk patent op hebben en dat een bomvolle zaal enige uren onbedaarlijk plezier verschafte. Het verhaal speelt zich af in een kleine plaats in Sussex waar iedereen elkaar kent, zodat het maar beter is nooit in de ongewenste publiciteit te komen. Dat kost hoofden en reputaties. Dat overkomt bijna het pas getrouwde stel Peter en Francis Hunter. Hij is pas benoemd tot directeur van een bankfiliaal en zij voelt zich wegens een gebrek aan privacy niet helemaal gelukkig in de flat boven de bank. Ze besluit wat bij te verdienen en schrijft op een advertentie. Tot haar ontzetting ontvangt ze echter een flinke zending porno. Peter en Francis doen alles om er van af te komen, maar alles gaat net mis. Els Kemper was op haar best en zette een uitmuntend gespeeld jong vrouwtje op de planken, dat alles uit de hand ziet lopen. Jan Besseling speelde vol verve de jonge bankdirecteu, die door alle verwikkelingen zijn baan op de tocht ziet staan en afwisselend ontzet en geamuseerd reageert op de porno-zendingen. Een andere glansrol was die van Nel Bakker-Tol als Elaine Hunter (Peters moeder) heel mondain en elegant, maar zo nadrukkelijk aanwezig dat ze iedere verse schoondochter wel de stuipen op het lijf moet jagen. Herman Nordman, oude rot van het amateurtoneel, verstond volledig de kunst een Engelse gentle-man te vertolken (de wat gezwollen en hypo-criete bankmanager), een man die alles wat op porno lijkt veroordeelt, maar uiteindelijk boter op zijn hoofd blijkt te hebben. Joop Kunst liet met zijn malle fratsen het publiek af en toe bijna van zijn stoel rollen. Hij vertolkte de wat mallotige kassier, die zich als beschermer van het ongelukkige paar opwerpt, maar hen ondanks alle goede bedoelingen van de wal in de sloot helpt. Lees verder

01 mrt

Goud en Antiek

Uitmuntend toneel d’Ye in jubileumvoorstelling

"Goud en Antiek" markeerde het tienjarig bestaan van d'Ye. Staand, tweede van rechts, de onvergeetelijke Herman Nordmann. Foto: Gerard Jansen

“Goud en Antiek” markeerde het tienjarig bestaan van d’Ye. Staand, tweede van rechts, de onvergeetelijke Herman Nordmann.
Foto: Gerard Jansen

D’Ye verrastte vrijdag- en zaterdagavond volle Damhotelzalen op een uitmuntende jubileum-voorstelling ter gelegenheid van het tienjarig bestaan. Het nog jonge amateurgezelschap stond met de klassieke thriller “Goud en antiek” voor een zware opgave. Het stuk is ontelbare malen gespeeld door het grote beroepstoneel. Des te opmerkelijker is het dat d’Ye het er onder de eminente leiding van Pé Mühren zo geweldig afbracht dat de avond omvloog, waarbij de bomvolle zaal ademloos zat te kijken en te luisteren. Absolute ster van de avond was Jan Besseling in zijn rol van juwelier en goud- en antiekhandelaar Descius Heiss, wiens leven niet over rozen is gegaan en die zichzelf gezworen heeft het zijn enige kind Margaret aan niets te laten ontbreken. Omdat zijn geldelijke middelen daartoe ontoereikend zijn, laat hij zich in met louche figuren als Gordon Morris, die zijn gestolen waar bij hem kwijt kan. Niemand in zijn omgeving vermoedt ook maar iets van Descius’ dubbel-leven, behalve zijn zuster Mathilde. Alles gaat goed tot de winkelbediende Archie Fellows ontdekt wat er aan de hand is en vanaf dat moment zijn baas schaamteloos chanteert. Als tenslotte de recherche het huis van de familie Heiss bezoekt krijgt het verhaal een onverwacht en dramatisch slot. D’Ye heeft met deze jubileumvoorstelling een schot in de roos gedaan, met zonder uitzondering uitstekend vertolkte rollen. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan werden drie mensen tot lid van verdienste benoemd: oud-regisseur Jan de Boer, Maarten Groot, die al sinds het begin belangeloos het geluid van d’Ye verzorgt en Gé Koster uit Middelie, waar de Edamse toneelgroep altijd een gastvrij onthaal vindt tijdens repetities. Lees verder

01 sep

Het oude ijzer

Uitmuntend spel van d’Ye

Jan Besseling en Voufke bij 't Vuur als August en Marie Jonkers Foto: Gerard Jansen

Jan Besseling en Voufke bij ‘t Vuur als August en Marie Jonkers
Foto: Gerard Jansen

Zaterdagavond bracht d’Ye in een uitverkochte zaal van het Damhotel met uitmuntend spel het toneelstuk “Het oude ijzer” van Hans Nesna. Met dit spel heeft d’Ye, die al zes jaar met succes toneelstukken verzorgt, zichzelf in alle opzichten overtroffen. De rollen zaten er geheid in en er werd met grote overgave gespeeld. In een eenvoudige woning woont het gezin van een smid, een doorsnee-gezin met de gewone ups en downs, niet bepaald arm, maar ook niet echt welvarend. Vader August rommelt er een beetje bij met oud ijzer en kan daardoor zijn vrouw en kinderen af en toe een extraatje toestoppen. Op een kwade dag komt de hereboer Postma op bezoek en dan komt het gezin er achter dat vader een heleboel geld heeft geërfd van een overleden broer. Hij heeft dit altijd verzwegen, omdat hij ervan overtuigd was dat met het vele geld het geluk zou verdwijnen. Voorbij is dan het sprookje van de oud-ijzerhandel, waaruit alle extraatjes zouden zijn geput. Opkoper Levy heeft al die tijd het spelletje meegespeeld en hij wordt er duchtig over onderhouden, evenals vader August. Gedaan is het met de vrede en het geluk, het geld wordt met handen vol weggegooid en als het hele gezin daarna en bloc het oude huis verlaat blijft August alleen achter. Zes maanden later komt alles weer goed na veel ellende, maar de weglopers hebben hun lesje geleerd. Twee uitblinkers deze keer, en dat waren Jan Besseling en Bram Ooms De eerste boeide en ontroerde van het eerste tot het laatste moment in zijn rol van August Jonkers. Hij kwam alleszins geloofwaardig over zonder overdrijvingen. Juist die eenvoud sierde hem en daarom was hij een levend mens. Bram Ooms zette een heerlijke Joodse koopman op het toneel, een eeuwige optimist met een filosofische humor. Lees verder

01 mrt

Zo heeft Meu Gerre het gewild

Toneelvereniging d’Ye schoot met “Zo heeft Meu Gerre het gewild” midden in de roos

Jan Besseling en Nel Bakker als Teun en Pleun Kleverkamp Foto: Gerard Jansen

Jan Besseling en Nel Bakker als Teun en Pleun Kleverkamp
Foto: Gerard Jansen

D’Ye deed zaterdagavond een schot in de roos met een bijzonder amusant blijspel, “Zo heeft Meu Gerre het gewild”. De grote zaal van het Damhotel was eivol en de lachsalvo’s waren het bewijs dat er echt genoten werd van dit toneelstuk. Meu Gerre heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld en de “liefderijke” erfgenamen komen naar de Garvershof in de hoop een flink graantje mee te pikken. Meu Gerre heeft een heel slim testament opgemaakt. De hele groep moet een maand samen op de boerderij doorbrengen en gezamenlijk het bedrijf runnen. Het is een nogal gemêleerd gezelschap: Meinie Koudewaay (Anneke van Overbeek), een kakmadam uit Den Haag, het echtpaar Teun en Pleun Kleverkamp (Jan Besseling jr. en Nel Bakker), een beetje viezig, een beetje ordinair, verschrikkelijk lui, maar toch wel goedmoedig. Twee rollen, die uitstekend gespeeld werden en die de lachspieren in beweging brachten. Aloysius Mullepad (Joop Kunst), een uiterst zuinige en dove neef, die trouwens goed hoort als het hem zo uitkomt. Joop Kunst kon zich hierin bijzonder goed uitleven. Hij was zonder meer de ster van de avond met prachtige uitspraken, die de hele zaal af en toe plat deden gaan. Dan is er Dolly Oudenhand (Elly de Zwaan), de verwende dochter van een rijke steenfabrikant, die een oogje op de bedrijfsleider heeft en verder Mildred Oomen (Joke Roskam), een nichtje uit Canada, fijn vlot gespeeld. Notaris van Haaften (goed vertolkt door Gerro Roskam) houdt de touwtjes stevig in handen. Halverwege de maand moeten ze allemaal een formulier invullen (want zo heeft Meu Gerre het gewild) met hun wensen aangaande het lot van de boerderij. De meesten willen zo goed en voordelig mogelijk verkopen en dromen al van een zonnige toekomst. Hun houding wordt niet zo gewaardeerd door de huishoudster Gré de Vos (heel goed gespeeld door Frieda de Heer) en de bedrijfsleider (een leuke rol van Jan Tol). Zij vinden het geen plezierig idee dat de mooie boerderij versjacherd zal worden, een plaats waar beiden erg aan gehecht zijn geraakt. Lees verder