‘We waren echt close’

Interview met drie leden van het eerste uur: Nel Bakker, Gerro Roskam en Voufke Hermanides

Wanneer is de vereniging ontstaan en van waaruit is die ontstaan?
Gerro: d’Ye is eigenlijk ontstaan uit de cabaretgroep van de atletiekvereniging Edam. Voordat d’Ye begon, of eigenlijk opgericht werd, speelden een aantal mensen jaarlijks op de feestavond van de atletiekvereniging. Eerst allerlei leuke sketches en stukjes, maar dat groeide uit tot meer serieus cabaret zodat het de pretentie van feestavond ver te boven ging en dat mensen met een wat katterig gevoel de zaal uitkwamen…de stukken werden gewoon te zwaar.

Speelden jullie alleen cabaret?
Voufke: Ja, maar hiervoor speelden we eerst toneel.
Gerro: O ja, allerlei eenakters en sketches, wat een zooitje was dat eigenlijk. Toen wilden wij wat luchtigers bedenken, allerlei playback-toestanden en zelf stukjes schrijven. Dat sloeg goed aan, er kwamen steeds meer mensen bij, maar uiteindelijk bleven we wel een vaste groep houden. We kwamen bij elkaar en probeerden dan een programma in elkaar te flansen en dan gingen mensen daarmee aan de slag. Zo’n programma maken kostte ongelooflijk veel tijd.

Jullie waren allemaal lid van de atletiek-vereniging?
Nel: Ach welnee, Vouf en ik waren er nog nooit geweest en Gerro zat wel in het bestuur, dat was eigenlijk het leuke ervan.
Gerro: Nou, uiteindelijk wilden we aan het cabaret toch een meer serieus tintje geven of stukjes schrijven met betrekking tot de gemeentelijke wantoestanden in Edam.
Nel: Ja, dat was zo, maar we zijn toen niet gestopt met cabaret hoor. Wat was dat hectisch eigenlijk, oefenen voor het cabaret en voor de toneelvereniging.
Voufke: “De avond van de zevende juli” was voor ons geloof ik eerste voorstelling. Toen kwam het bestuur van de atletiekvereniging bij ons dat de cabaretstukken zo serieus werden. Goed, dat serieuze was niks mis mee… een lach en een traan… maar zij vonden het teveel een traan.
Nel: Ja, eigenlijk niet echt geschikt voor een feestavond.
Gerro: Toen zeiden we, ‘We stoppen er mee. Jullie gaan gewoon je feestavond organiseren en wij gaan verder met d’Ye’. In de tussentijd waren “Kunstgenot” en “Voor en door het volk” ook ter ziele gegaan en je had in Edam dus geen toneelvereniging meer, dus wij dachten zo: ‘Laten we een nieuwe toneelvereniging oprichten’.

Hoe is die naam d’Ye ontstaan?
Nel: Naar dat watertje dat hier loopt.
Gerro: Edam had een verbinding met de voormalige Zuiderzee en het Purmermeer en dat tussenstuk heette het ‘Ye’. Wij zochten een begrip wat verbonden was aan Edam en als naam voor een toneelvereniging kon dienen. Zo is d’Ye ontstaan.
Voufke: Daar ben ik eigenlijk nog steeds blij mee, met die naam. Niet zo’n naam als “Gezelligheid kent geen tijd”. Goed, dat klopt wel, gezelligheid kent geen tijd, maar toch…

echtclose

Waar oefenden en speelden jullie?
Gerro: We oefenden in Middelie ondanks het Damhotel. Het damhotel was gewoon saai, koud. En wat erbij kwam, Jan de Boer, de regisseur, woonde in Middelie. De nieuwe eigenaren vonden niets goed wat we deden in Damhotel, steeds zeuren etc. Toen zijn we naar Middelie gegaan, de mooiste tijd van mijn leven heb ik daar gehad. Café Koster, zo’n oud café. Uiteindelijk zijn we in Bosvolk gekomen. Ik was bestuurslid van Bosvolk en we wilden het gebouw wat nuttiger besteden en vandaar dat d’Ye uiteindelijk ook in het gebouw kwam. We wilden het gebouw een wat multi- functioneel karakter geven, meer een buurtfunctie.
Nel: De uitvoeringen zijn al die 25 jaar in het Damhotel geweest. Twee keer kon een uitvoering bijna niet doorgaan. De brandweer keurde de zaal af omdat er achter het podium verbouwd werd en de noodtrap was weggehaald. Het was om ongeveer 19:00 uur dat ze de zaal afkeurden en er zat al publiek! Toen heeft de decorcommissie een nood-noodtrap gebouwd. Een zenuwtoestand was dat.
Voufke: De tweede keer was dat er veel ijzel was. We dachten er komt geen hond! Mensen kwamen echter met geitenwollen sokken over hun schoenen, sommigen kwamen op hun knieën naar het Damhotel. Zelfs op de slee en op de schaats. En wat een zaal, fantastisch, zo gezellig. We hadden vaak na toneel en dansavond met een band… maar daar zijn ze mee gestopt, te kostbaar.

Zien jullie veranderingen, de afgelopen tijd, qua stukken, qua gezelligheid?
Gerro: Zeker, eerst was je een toneelvereniging voor Edam, veel meer oudere mensen. Voor velen was het een avondje uit. Een feest. We speelden toen meer onderbroeken-stukken. Slappe stukken, leuk voor die tijd. Nu komen de mensen meer voor het toneel, voor het stuk. Het kindertoneel is over komen waaien uit Bosvolk. Veel leden van Bosvolk, die kindertoneel speelden, speelden ook bij d’Ye. Toen op een gegeven moment Bosvolk wilde stoppen met kindertoneel is dat bij d’Ye gekomen.
Voufke: We waren een vriendenploeg, allemaal een beetje van dezelfde leeftijd, we waren echt close. Dat er nu veel meer jongeren bij d’Ye komen vind ik erg goed, want je kunt niet maar blijven spelen met mensen van dezelfde leeftijd, je bent beperkt in je stukken dan. Maar wat het oefenen betreft, vroeger kwam je naar de repetities écht voor de gezelligheid, al had je een toeter van acht maanden, overslaan deed je niet. Het was een feest, vaak tot half drie gezelligheid. En als je echt niet kon dan zorgde je voor vervanging, je zorgde dat iemand ander je boekje kreeg die dan jouw rol voor die avond verving. Jij zorgde voor vervanging, anders is het gewoon irritant.
Gerro: Die gezelligheid vind je nu nog wel terug bij het kindertoneel, niet zo gericht op het repeteren. Kindertoneel is natuurlijk een ander genre. Bij het kindertoneel is het vrijer. Geen rolverdeling in het begin, je kunt zelf nadenken over de personen uit het stuk, wat jou leuk lijkt om te spelen. Dat loopt eigenlijk vanzelf, die rolverdeling. Ja, het is gewoon vrijer.
Nel: Het nadeel is dat alles gezet moet worden in de laatste paar weken, de laatste weken is het hard werken. Het loopt uiteindelijk toch wel.
Gerro: Wat ik ook zeker vind is dat de regisseur de sfeer bepaalt, met de ene regisseur werk je lekkerder dan met de andere en wat bij mij zeker geldt; mijn leven bestaat nu niet meer alleen uit toneel. Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die met een heel andere instelling naar toneel gaan. Toneel is hun lust en hun leven. Je leven verandert, je wordt ouder, je instelling verandert. De tijd van voorbereiding en het repeteren is voor mij te lang.

Wat vinden jullie van de repetoirekeuze?
Gerro: Goed. Ik zou me niet meer kunnen voorstellen dat we alleen maar stukken a lá “Het Theater van de Lach” zouden spelen.
Nel: Soms ben ik wel bang of een stuk wel aanslaat en of het niet te gewaagd is.
Voufke: Dat heb je toch altijd, die vindt dat mooi en die vindt dat mooi, dat zal je altijd wel houden. Wat ik echt vervelend vind, is dat mensen hun afspraken niet nakomen. Voor een verkouden neus blijven ze gewoon weg, of bellen laat of bellen helemaal niet af. Ik denk dat de instelling van mensen is veranderd, ik denk dat het sommige mensen niet meer zo interesseert, jammer…

Wat zouden jullie nog willen zeggen?
We zouden graag willen dat de leden wat meer betrokkenheid bij de toneelvereniging krijgen en wat meer inzet. En dat Edam blij mag zijn met een toneelvereniging als d’Ye!

Dank jullie wel.