01 mrt

Schakels

Toneelvereniging d’Ye brengt ijzersterke première “Schakels”

Nel Bakker, Gé van Oostveen, Ellie van Montfort, Léon Tol en Riny Janssen Foto: Marco Bakker

Nel Bakker, Gé van Oostveen, Ellie van Montfort, Léon Tol en Riny Janssen
Foto: Marco Bakker

D’Ye heeft vrijdagavond het publiek tot ongekend enthousiasme gebracht met de première van “Schakels” van Herman Heijermans. Voor deze uitvoering bij gelegenheid van het vijftienjarig bestaan was het Damhotel extra sfeervol aangekleed. Geheel in de stijl van rond de eeuwwisseling toen Heijermans zijn stuk schreef: kaarslicht, feestelijk uitgedoste mensen, het bedienend personeel gekleed anno 1900. Deze eerste voorstelling was uitsluitend voor genodigden die samen voor ‘een volle bak’ zorgden. Hoezeer het publiek genoot bleek uit de reacties: open doekjes bij de vier prachtige decors en een staande ovatie aan het eind van de avond. Dit stuk was merkbaar intensief gerepeteerd: alle rollen zaten er geheid in en er werd voortreffelijk gespeeld. D’Ye verstond het beurtelings te ontroeren, te laten lachen en tot grote, stille verontwaardiging te brengen. “Schakels”, hoewel al 85 jaar oud, bleek nauwelijks iets aan actualiteit te hebben ingeboet: alle ingrediënten waren aanwezig: genegenheid, jaloezie, achterdocht,hebzucht, hypocrisie en een diepe minachting van sommigen voor de gevoelens en de leefomstandigheden van anderen. Het verhaal draait om de smid Pancras Duif, die zich met keihard werken een goede positie in de maatschappij heeft veroverd, maar die zijn verleden als doodgewone volksjongen nooit heeft vergeten. Anders is het met zijn vier kinderen en hun aanhang, die, gewend aan grof geld verdienen, de meest elementaire normen uit het oog verliezen. Vooral als de oude Pancras de touwtjes uit handen geeft en tot een man wordt die alleen goed is als toekomstig erflater. Pancras, ondanks zijn opgewekte aard als weduwnaar een eenzaam man, zorgt dan voor een lont in het kruitvat door aan te kondigen zijn jonge huishoudster te willen trouwen. De familieleden laten definitief hun masker vallen en tonen hun lelijkste karaktertrekken, waarmee ze heel ver gaan. Jan Besseling zette een fraaie creatie neer als Pancras Duif, een man die langzaam maar zeker alle blijdschap kwijtraakt en tenslotte als verliezer achterblijft. Hans de Jong was zeer overtuigend in de rol van zoon Henk, een keiharde vent die bol staat van zelf-genoegzaamheid en ‘fatsoen’, maar dit begrip kennelijk niet bij zichzelf van toepassing vindt. Hans Keijzer zette een prima, wat louche makelaar op de planken, een zoon die zijn vader uitsluitend als geldschieter ziet bij nogal onduidelijke ondernemingen. Hij wordt daarin gesteund door schoonzoon Dirk, één van de grootste schreeuwers van het gezelschap, uitermate knap gespeeld door Wim Bak. Een aanwinst voor d’Ye was Léon Tol, die de onsympathieke boemelstudent gestalte gaf. Goed spel gaven ook Nel Bakker-Tol en Ellie van Montfort-Lammes, respectievelijk dochter en schoondochter van de oude Pancras. Riny Janssen was hartverwarmend als de frisse tiener die, nog niet door de omstandigheden bedorven, een oprechte liefde voor haar grootvader koestert. Een paar apart vormde het echtpaar Hein en Gerritje Pancras, voortreffelijk gespeeld door Jacco Kemper en Gé van Oostveen. De rondborstige zeeman Hein heeft begrip voor zijn broer Pancras, hoewel hij hem de huwelijkse staat met klem ontraadt vanwege zijn eigen ervaringen met zijn kwaadsprekende, kijfzieke vrouw. Voufke Hermanides-bij ’t Vuur maakte iets heel moois van haar rol als de aantrekkelijke Marianne, die haar hele leventje heeft moeten vechten om haar hoofd als ongehuwde moeder boven water te houden en die hoopt uiteindelijk een veilige haven bij Pancras te vinden. Ook de toneelbouwers verdienen een compliment. De decors bleken een studie waard: een stijlvol kantoor, compleet met lambrizeringen en passend meubilair, een prachtige salon met veel antiek, ter beschikking gesteld door de familie Wassenbergh, waarbij op allerlei kleinigheden was gelet, tot en met de antimakassars op de stoelen en het servies en glaswerk, en de vrolijke tuinkamer, die de meesterhand van schilder Joop van Drunen verraadde.
NNC, Janny Boelens-Boss


Uitgevoerdvoorjaar 1988
SpelersJan Besseling, Hans Keijzer, Hans de Jong, Nel Bakker, Wim Bak, Ellie van Montfort, Riny Janssen, Jacco Kemper, Gé van Oostveen, Voufke Hermanides, Peter Keijzer, Gerro Roskam, Kees Mooijer, Léon Tol, Ed Koorn
RegiePé Führen
SouffleuseDea de Boer
GeluidMaarten Groot, Jan van Dijk, Jouke Deen
DecorJaap Garms, Han Broeze, Mink Broeze, Arnold Rob, Jan Ent, Joop van Drunen, Cor van Bruggen, Henk Rijser

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

%d bloggers liken dit: