07 sep

De opgaande zon

Publiek pinkt traantje weg bij “Opgaande zon” van Heijermans

“De opgaande zon”, het afscheidsstuk van regisseur Léon Tol Foto: Marco Bakker

“De opgaande zon”, het afscheidsstuk van regisseur Léon Tol
Foto: Marco Bakker

De Edamse toneelvereniging d’Ye was dit weekend uitstekend op dreef met twee voorstellingen van de ruim zeventig jaar oude klassieker “De opgaande zon” van Herman Heijermans. Het geheel stond onder regie van Léon Tol, die met dit stuk afscheid neemt van het Edamse toneel. Met name de vindingrijkheid in het decorontwerp viel op. Voor de eenvoudige huiskamer van het winkeliersgezin De Sterke uit de eerste acte en later de ruïne na de brand zou zelfs het ‘grote toneel’ zich niet hoeven schamen. Heijermans maakt zich in zijn werk sterk voor de underdog die in de hoek wordt gedreven door het ‘grootkapitaal’. Zo ook in “De opgaande zon”, waarin een familie, eigenaar van een kleine, maar goedlopende zaak, diep in de problemen komt door de niets en niemand ontziende concurrentie van zijn al maar uitbreidende buurman. Deze drijft zo door dat er voor De Sterke geen droog brood meer te verdienen valt. De hele geschiedenis gaat onafwendbaar af op een groot familiedrama: een uit de hand gelopen brand kost het leven van en jong meisje en betekent de ondergang van het gezin. Han de Witte, die vorig jaar debuteerde bij d’Ye, speelde de rol van de tot de ondergang gedoemde winkelier De Sterke. Ondanks een uitmuntende rolkennis slaagde hij er niet altijd in te overtuigen, maar hij revancheerde zich royaal in de scène van de vader die zijn dochter ervan overtuigt dat zij haar schuld aan de fatale brand moet bekennen. Debby Besseling vertolkte deze zware rol zo overtuigend, dat in de zaal tersluiks wat traantjes werden weggepinkt. Besseling verstaat de kunst om spel tot tastbare werkelijkheid te maken, zonder één ogenblik in overdrijvingen te vervallen. Prima was ook het spel van Riet Peereboom die de moeder neerzette, met alle emoties van de vrouw die het noodlot niet weet te keren en alle hoop verloren heeft. Lees verder

07 mrt

Op Gouden Wieken

Prima debutanten bij d’Ye

Wim Bak als Charley en Riet Peereboom als Elisabeth Foto: Marco Bakker

Wim Bak als Charley en Riet Peereboom als Elisabeth
Foto: Marco Bakker

De zaal leefde volop mee met de avontuurlijke capriolen van de twee reislustige dames die de hoofdrol speelden in het stuk. Samantha en Elisabeth schuimen de hele wereld af op zoek naar rijke mannen, die ze letterlijk en figuurlijk uitkleden. Anneke van Overbeek en Riet Peereboom kropen op haast virtuoze wijze in de rol van het oplichtersduo. Ze fladderden luchthartig over het toneel en genoten duidelijk van alle brokken die ze overal in de wereld achterlieten. Wim Bak zette een prima gentleman neer, die langzaam maar zeker zijn ware gedaante toonde als gentleman-boef. Als Charley lijkt hij het zoveelste slachtoffer van de dames, maar later blijkt hij een minstens zo gewiekste oplichter. Hans Keijzer viel op als de pseudo-rechercheur Yen, een kakelende Japanner die zo uit een stripverhaal leek te zijn gestapt. Een kostelijk rolletje. Sjaak Kras nam de rol voor zijn rekening van de Britse aristocraat die het slachtoffer wordt van de inmiddels als trio opererende oplichters. Met slechts kleine gebaren was hij op en top Brit. Kras kreeg tijdens zijn spel problemen met zijn snor, die hardnekkig van zijn bovenlip zakte. Natuurlijk werkte dat onweerstaanbaar op de lachspieren van het publiek, zodat de teksten vaak werden overstemd. Het was daarom jammer dat hij geen smoes kon improviseren om even het toneel te verlaten. D’Ye had nog een aangename verrassing voor het publiek met de twee debutanten Gineke en Han de Witte, die beiden de sterren van de hemel speelden als kamermeisje en kelner in verschillende wereldsteden. Lees verder

01 mrt

De Grote Groezel

grotegroezelJeugd geniet van Grote Groezel en zijn Fluizen

Toneelvereniging d’Ye verdient een groot compliment voor het kindertoneelstuk “De Grote Groezel”, dat zondag twee keer in een bomvolle zaal van het Damhotel werd opgevoerd. Ruim 400 kinderen genoten van beide voorstellingen. Ze zagen hoe de Grote Groezel en zijn Fluizen met groot enthousiasme de hele wereld probeerden te veranderen in een grote puinhoop. Na afloop bleken de Fluizen ook in de zaal hun werk te hebben gedaan; alles lag bezaaid met chipszakjes, proppen papier, rietjes en limonadeverpakkingen. Hans Keijzer zette een prachtige professor Knapperbol op de planken, die behalve geleerd ook erg verstrooid was en vaak erg slaperig door het harde werken aan zijn uitvindingen. Hij droomt regelmatig over vieze wezens die sissend en fluitend om hem heen krioelen. Zijn assistente Sandra, gespeeld door de talentvolle Debby Besseling, probeert hem gerust te stellen. Debby verstaat de kunst om in de huid van een ander te kruipen, ook deze keer was het een genot om naar haar te kijken. Jitske Ooms en Wil Heerland debuteerden op voortreffelijke wijze. Lees verder