07 mrt

De muizenval

D’Ye Christie waardig in “De muizenval”

Mr. Paravicini (Ed Koorn) charmeert Mollie Ralston (Gineke de Witte) Foto: Marco Bakke

Mr. Paravicini (Ed Koorn) charmeert Mollie Ralston (Gineke de Witte)
Foto: Marco Bakke

Thrillers van Agatha Christie staan borg voor spanning en ingenieuze plots. Haar verhalen hebben echter vaak ook een lange aanloop waarin de karakters worden gepresenteerd en de spanning opgebouwd. Dit kan zich op het toneel vertalen in lange dialogen en soms wat saaie scenes. Ook “De muizenval”, waarmee toneelvereniging d’Ye haar twintigjarig bestaan viert, kent in het begin van de voorstelling weinig vaart en de eerste helft is een beetje langdradig. Op de spelers valt niets negatiefs aan te merken. Tekstvast en uitzonderlijk goed op elkaar ingespeeld zit er geen enkele hapering in hun spel. Opvallend is vooral Sjaak Kras als de onbestemde Christopher Wren. Een vreemd type met z’n wilde pruik en onbeholpen gedrag. Maar met zijn soms aandoenlijke ‘Claudius’mimiek wordt hij al snel de lieveling van het publiek en weet hij steeds weer de lachlust op te wekken. Even kleurrijk is mr. Pavaricini, gespeeld door Ed Koorn. Vooral in het tweede deel is Koorn volkomen op zijn gemak in zijn rol. Zijn spel is gladjes en nonchalant en verleent wat cachet aan de meer rechttoe-rechtaan-types om hem heen. Lees verder

07 sep

Hoera, het is een jongen!

D’Ye brengt oude klucht modern en geestig

Ed Koorn als Walter Weber, Nico Kemper als Frits Pappenheimer en Wim Bak als Paul Welling Foto: Marco Bakker

Ed Koorn als Walter Weber, Nico Kemper als Frits Pappenheimer en Wim Bak als Paul Welling
Foto: Marco Bakker

Toneelvereniging d’Ye had deze keer weer eens een klucht op het repertoire gezet, met als gevolg een bomvolle zaal op de première-avond. Het stuk “Hoera, het is een jongen!” is al erg oud, dus was er maar één oplossing: het stuk grotendeels herschrijven en aanpassen aan deze tijd. D’Ye-lid Hans Keijzer heeft deze klus voor zijn rekening genomen en is er voor-treffelijk in geslaagd er een soepel lopend, vlot, geestig en komisch geheel van te maken. Absolute uitblinkers waren Nico Kemper en Wim Bak jr. Kemper speelde frank en vrij, was tekstvast, goed te verstaan en komisch. Hij nam de zaal mee in alle gekke toestanden waarin hij verzeild raakte. Moeiteloos gleed hij van de ene creatie in de andere. Wim Bak zette de zelfverzekerde advocaat perfect neer. Een man die erg inventief is in het bedenken van allerlei smoesjes en probeert de krankzinnige situatie hoe dan ook in de hand te houden. Bak was in deze rol goed op dreef. Een mimiek en een motoriek om van te smullen. Zeer tekstvast gebruikte hij het hele toneel. De jonge professor Walter werd gestalte gegeven door Ed Koorn. Ook hij kwam goed uit de verf in al zijn goedheid, verbijstering en wanhoop. Hij bleef de lieverd die niet weet wat hem allemaal overkomt en hoe hij alles moet aanpakken. Ellie van Montfort was de charmante vriendin, een schrijfster. Ze komt er al snel achter welke leugens er gebruikt worden om een catastrofe af te wenden en speelt het spel mee. Zoals we van Ellie gewend zijn zette ze moeiteloos de uitgekookte, intelligente en charmante Helga neer. Het stuk werd geregisseerd door Hans de Jong, die hiermee een geslaagd debuut maakte. Lees verder

01 mrt

Het laatste loverbos

laatsteloverbos“Het laatste loverbos” biedt kijkplezier 

In het Damhotel waren gisteren twee voorstellingen te zien van “Het laatste loverbos”, geregisseerd door Paul de Boer. Het was een plaatje van een stuk: goed en zeer verstaanbaar spel en opvallend mooie kleurige kostuums. Kortom: een plezier om naar te kijken en te luisteren. Lex Bos en Kees Mooyer zetten twee hartveroverende aardmannetjes neer: de strenge, rechtlijnige opa Krummel, de baas van het bos, die uiteindelijk toch humane trekjes vertoont en de goedige Krummel die diep in zijn hart heel nieuwsgierig is of de mensen echt zo slecht zijn als ze in de kleine gemeenschap worden afgeschilderd. Een paar apart waren de heks Friedelgonda en de raaf Roekie Ka, twee kostelijke rollen van Anneke van Overbeek en Wijnand Visser. Twee dikke vrienden in het kwaad, die er een sport van maken de mensen het leven zuur te maken. Lees verder

07 sep

De opgaande zon

Publiek pinkt traantje weg bij “Opgaande zon” van Heijermans

“De opgaande zon”, het afscheidsstuk van regisseur Léon Tol Foto: Marco Bakker

“De opgaande zon”, het afscheidsstuk van regisseur Léon Tol
Foto: Marco Bakker

De Edamse toneelvereniging d’Ye was dit weekend uitstekend op dreef met twee voorstellingen van de ruim zeventig jaar oude klassieker “De opgaande zon” van Herman Heijermans. Het geheel stond onder regie van Léon Tol, die met dit stuk afscheid neemt van het Edamse toneel. Met name de vindingrijkheid in het decorontwerp viel op. Voor de eenvoudige huiskamer van het winkeliersgezin De Sterke uit de eerste acte en later de ruïne na de brand zou zelfs het ‘grote toneel’ zich niet hoeven schamen. Heijermans maakt zich in zijn werk sterk voor de underdog die in de hoek wordt gedreven door het ‘grootkapitaal’. Zo ook in “De opgaande zon”, waarin een familie, eigenaar van een kleine, maar goedlopende zaak, diep in de problemen komt door de niets en niemand ontziende concurrentie van zijn al maar uitbreidende buurman. Deze drijft zo door dat er voor De Sterke geen droog brood meer te verdienen valt. De hele geschiedenis gaat onafwendbaar af op een groot familiedrama: een uit de hand gelopen brand kost het leven van en jong meisje en betekent de ondergang van het gezin. Han de Witte, die vorig jaar debuteerde bij d’Ye, speelde de rol van de tot de ondergang gedoemde winkelier De Sterke. Ondanks een uitmuntende rolkennis slaagde hij er niet altijd in te overtuigen, maar hij revancheerde zich royaal in de scène van de vader die zijn dochter ervan overtuigt dat zij haar schuld aan de fatale brand moet bekennen. Debby Besseling vertolkte deze zware rol zo overtuigend, dat in de zaal tersluiks wat traantjes werden weggepinkt. Besseling verstaat de kunst om spel tot tastbare werkelijkheid te maken, zonder één ogenblik in overdrijvingen te vervallen. Prima was ook het spel van Riet Peereboom die de moeder neerzette, met alle emoties van de vrouw die het noodlot niet weet te keren en alle hoop verloren heeft. Lees verder

07 mrt

Op Gouden Wieken

Prima debutanten bij d’Ye

Wim Bak als Charley en Riet Peereboom als Elisabeth Foto: Marco Bakker

Wim Bak als Charley en Riet Peereboom als Elisabeth
Foto: Marco Bakker

De zaal leefde volop mee met de avontuurlijke capriolen van de twee reislustige dames die de hoofdrol speelden in het stuk. Samantha en Elisabeth schuimen de hele wereld af op zoek naar rijke mannen, die ze letterlijk en figuurlijk uitkleden. Anneke van Overbeek en Riet Peereboom kropen op haast virtuoze wijze in de rol van het oplichtersduo. Ze fladderden luchthartig over het toneel en genoten duidelijk van alle brokken die ze overal in de wereld achterlieten. Wim Bak zette een prima gentleman neer, die langzaam maar zeker zijn ware gedaante toonde als gentleman-boef. Als Charley lijkt hij het zoveelste slachtoffer van de dames, maar later blijkt hij een minstens zo gewiekste oplichter. Hans Keijzer viel op als de pseudo-rechercheur Yen, een kakelende Japanner die zo uit een stripverhaal leek te zijn gestapt. Een kostelijk rolletje. Sjaak Kras nam de rol voor zijn rekening van de Britse aristocraat die het slachtoffer wordt van de inmiddels als trio opererende oplichters. Met slechts kleine gebaren was hij op en top Brit. Kras kreeg tijdens zijn spel problemen met zijn snor, die hardnekkig van zijn bovenlip zakte. Natuurlijk werkte dat onweerstaanbaar op de lachspieren van het publiek, zodat de teksten vaak werden overstemd. Het was daarom jammer dat hij geen smoes kon improviseren om even het toneel te verlaten. D’Ye had nog een aangename verrassing voor het publiek met de twee debutanten Gineke en Han de Witte, die beiden de sterren van de hemel speelden als kamermeisje en kelner in verschillende wereldsteden. Lees verder