01 mrt

Goud en Antiek

Uitmuntend toneel d’Ye in jubileumvoorstelling

"Goud en Antiek" markeerde het tienjarig bestaan van d'Ye. Staand, tweede van rechts, de onvergeetelijke Herman Nordmann. Foto: Gerard Jansen

“Goud en Antiek” markeerde het tienjarig bestaan van d’Ye. Staand, tweede van rechts, de onvergeetelijke Herman Nordmann.
Foto: Gerard Jansen

D’Ye verrastte vrijdag- en zaterdagavond volle Damhotelzalen op een uitmuntende jubileum-voorstelling ter gelegenheid van het tienjarig bestaan. Het nog jonge amateurgezelschap stond met de klassieke thriller “Goud en antiek” voor een zware opgave. Het stuk is ontelbare malen gespeeld door het grote beroepstoneel. Des te opmerkelijker is het dat d’Ye het er onder de eminente leiding van Pé Mühren zo geweldig afbracht dat de avond omvloog, waarbij de bomvolle zaal ademloos zat te kijken en te luisteren. Absolute ster van de avond was Jan Besseling in zijn rol van juwelier en goud- en antiekhandelaar Descius Heiss, wiens leven niet over rozen is gegaan en die zichzelf gezworen heeft het zijn enige kind Margaret aan niets te laten ontbreken. Omdat zijn geldelijke middelen daartoe ontoereikend zijn, laat hij zich in met louche figuren als Gordon Morris, die zijn gestolen waar bij hem kwijt kan. Niemand in zijn omgeving vermoedt ook maar iets van Descius’ dubbel-leven, behalve zijn zuster Mathilde. Alles gaat goed tot de winkelbediende Archie Fellows ontdekt wat er aan de hand is en vanaf dat moment zijn baas schaamteloos chanteert. Als tenslotte de recherche het huis van de familie Heiss bezoekt krijgt het verhaal een onverwacht en dramatisch slot. D’Ye heeft met deze jubileumvoorstelling een schot in de roos gedaan, met zonder uitzondering uitstekend vertolkte rollen. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan werden drie mensen tot lid van verdienste benoemd: oud-regisseur Jan de Boer, Maarten Groot, die al sinds het begin belangeloos het geluid van d’Ye verzorgt en Gé Koster uit Middelie, waar de Edamse toneelgroep altijd een gastvrij onthaal vindt tijdens repetities. Lees verder

01 mrt

Geef ze de ruimte

“Geef ze de ruimte” had aanloop nodig

Jacco Kemper als Richard van Staveren Foto: Gerard Jansen

Jacco Kemper als Richard van Staveren
Foto: Gerard Jansen

Het verhaal draait om de kapitale villa “J’y suis, j’y reste” die, zoals de naam al zegt, een zwaar stempel drukt op de drie inwonenden, de Van Staverens; twee oudere broers en een eveneens op leeftijd zijnde, wat jongere zuster. Angelica van Staveren is de enige die inziet dat het drietal vast dreigt te roesten en besluit tegen de wil van haar broers het dakloze, wat excentrieke gezin D’Orantos onderdak aan te bieden op de leegstaande bovenverdieping van de villa. De familie – vader, zoon en drie dochters – blijkt bij de drie ouderen, huis-houdster Mams en de directeur gemeente-werken heel wat emoties los te maken. Het duurde wat lang voordat het stuk echt boeiend werd. Die eerste traagheid was vooral toe te schrijven aan de wat langdradige schrijfstijl van Cees Lau en het feit dat in de eerste twee bedrijven slechts oudere mensen gespeeld moesten worden. Vanaf het moment dat de baardige Jaap Garms als vader Caspar d’Orantos in een spontane rol ten tonele kwam, bloeide het stuk op. Zo kwam vooral ook het ingeogen, rustige en vooral natuurlijke spel van Nel Bakker als Mams duidelijk naar voren en kreeg het spel van Jacco Kemper als oudste broer meer inhoud. Hij wist de twijfelende, maar toch sympathieke figuur goed uit te beelden. De beste acteerprestaties waren aan het slot te zien, waar Voufke Hermanides op dramatische wijze alle registers opentrok. Het publiek genoot bovendien van het grappige tweespel tussen de zoon, de zeer spontaan spelende Jeffrey Kemper, en de muzikaal talentvolle broer Hans de Jong. Een dankbaar applaus was dan ook verdiend voor de zware kluif, die “Geef ze de ruimte” voor d’Ye en de debuterende regisseur Jan Besseling geweest moet zijn. Lees verder