01 sep

Bloemen voor Barbara

D’Ye bracht goed spel in matig stuk

Aafke Bootsman, Peter Keijzer, Nel Bakker en Jan Tol Foto: Gerard Jansen

Aafke Bootsman, Peter Keijzer, Nel Bakker en Jan Tol
Foto: Gerard Jansen

Een matig stuk, zo moet het blijspel “Bloemen voor Barbara” toch zeker wel omschreven worden. Te weinig humor, nauwelijks karakters en een verhaal waarbij de ene uitvlucht de andere moet goedmaken. Een opeenstapeling van cliché’s, die afkomstig lijken te zijn uit andere blijspelen. De bekende rolverdeling met een van overspel betichte huisvader, een vermomde politie-inspecteur en de altijd goed voor een lach zijnde dienstbode. Voeg daar aan toe dat het stuk zich uiteraard in gegoede kringen afspeelde en het is duidelijk dat deze keus van stuk niet de meest gelukkige was. Niettemin, de groep bracht het prima. Men maakte er meer van dan er aan tekst in zat en dat is een goed compliment. Uitschieters waren vooral Nel Bakker in de rol van een weduwe met poen en Voufke bij ‘t Vuur als de slagvaardige dienstbode Bertha. Daarbij mag ook de debuterende Aafke Bootsman genoemd worden. Het gemak waarmee zij zich over het podium bewoog, de flair bij het spreken, bijzonder goed. Compliment voor Joop Kunst, die met dit stuk zijn debuut als regisseur maakte. Vaste regisseur Jan de Boer was een keer verhinderd en het experiment met Joop bleek uitstekend te lukken. Het hele podium werd in beslag genomen en zeker de tweede avond zat er voldoende vaart in het spel. Overigens is het wat Joop betreft een eenmalig experiment: ‘Ik sta toch liever zelf op de planken.’ Kunst is van plan een regiecursus te doen maar zelfs dan zal het spelen hem toch liever zijn. Moet nog vermeld worden dat in het hokje souffleuse Rie Hermanides zat en dat de heer Koekoek uit Baarn het grimeerwerk voor zijn rekening had genomen. Lees verder

01 mrt

De Hoekse en Kabeljouwse twisten

hoekseToneelgroep d’Ye bracht vlot stuk met vaart 

De toneelgroep d’Ye kwam zaterdag verrassend goed op de planken met “De Hoekse en Kabeljauwse twisten”, een blijspel in drie bedrijven door D.J. Eggengoor. Het stuk speelt zich af in café “In de luie hoek”, waarvan Truus Hoek (Frieda de Heer) de eigenares is. Ze woont daar met haar zoon Pieter (Sjaak Kras) en opa, een kostelijke rol van Joop Kunst. In het café woont ook nog het hippe dienstmeisje Boukje, een leuke rol van Gerda Tol. Het stuk gaat over twee families, die al generaties lang in onmin leven over een stuk land waarop een varkensschuur stond. Een vete, die kennelijk maar niet wil overgaan, tot Amor om het hoekje komt kijken. Want wat gebeurt? Zoon Pieter Hoek wordt dolverliefd op dochter Stientje Kabeljauw, gespeeld door Maaike Tap. Op zekere dag strijkt mevrouw Adeline van Iependaal, een uitstekende rol van Nel Bakker, in het café neer met haar zeer verlegen sulletje van een zoon (Hans Keijzer), die naar de schone naam Wolfgang Amadeus luistert, want hij is als wonderkind geboren. Moeder Adeline ertroetelt haar zoon op een ziekelijke manier. Hippe Boukje maakt hier gauw een eind aan door flink met hem te flirten en uiteindelijk verliefd op hem te worden, welke gevoelens al gauw beantwoord worden. Van Wolfgang wordt hij Wolf. Van de familie Kabeljauw is Evertje (Gré Slegt) de kijfzieke, bedillerige vrouw des huizes, die het hele gezin goed onder de duim heeft. Haar echtgenoot, een leuke rol van Jan Schardam, heeft niets in te brengen dan lege briefjes. Toch komt er een scheurtje in haar gezag als haar dochter achter haar rug om verliefd blijkt te zijn op Pieter Hoek. Het huis is te klein als ze er achter komt. Adeline merkt ook al gauw dat haar troetelkind zijn affecties verplaatst heeft. Tenslotte komt natuurlijk alles goed, de paren krijgen elkaar, de families verzoenen zich en moeder Evertje belooft in de toekomst een lieve vrouw te worden. Alleen moeder Adeline heeft het nakijken; zij blijft alleen achter. Lees verder

01 mrt

De avond van de zevende juli

Nieuw toneelgezelschap in Edam speelde knap

Jaap Slegt, Joke de Boer, Gré Slegt, Gerro Roskam, Bram Ooms en een tafel vol prijzen voor de verloting Foto: Gerard Jansen

Jaap Slegt, Joke de Boer, Gré Slegt, Gerro Roskam, Bram Ooms en een tafel vol prijzen voor de verloting
Foto: Gerard Jansen

Het toneelstuk dat we te zien kregen onder de voortreffelijke regie van de heer Jan de Boer was een gezellig, dwaas blijspel in drie bedrijven en heette “De avond van de zevende juli”. Het stuk zit vol malle verwikkelingen, persoonsverwisselingen en wat er allemaal nog zo bij hoort. Het gaat over notaris van Wijngaarden (Bram Ooms) en zijn gezin. Mevrouw (Voufke bij ‘t Vuur) krijgt het wat hoog in haar bol door haar vriendschap met een echte freule (Gré Slegt). Ze moet daarom beslist een huisknecht, die dan ook prompt wordt aangenomen voor de twee weken die de freule in hun huis met vakantie doorbrengt. Hij draagt de fraaie naam van Engelbert Angevare (een kostelijke rol van Jaap Garms). Zoon en dochter van Wijngaarden hebben zo ook hun liefdesperikelen (Jaap Slegt en Joke Roskam). Dan is er nog een dienstbode (voortreffelijk gespeeld door Nel Bakker) die met de komst van de huisknecht niet erg blij is. Papa van Wijngaarden had kennelijk een wilde avond achter de rug, waarvan hij zich eigenlijk niets herinnere, met zijn vriend, de advocaat Harry Glint (Gerro Roskam). Deze noodlottige avond was op de 7e juli en als er dan een brief komt, een liefdesbrief nog wel, voor Martin van Wijngaarden, is mevrouw furieus. Op het eind komt natuurlijk alles weer goed, de brief was voor zoon Jan, die zich af en toe Martin noemt omdat hij zijn naam te gewoon vindt en hij werpt zich in de armen van zijn beminde (Trudy Rob). Lees verder