01 mrt

De Hoekse en Kabeljouwse twisten

hoekseToneelgroep d’Ye bracht vlot stuk met vaart 

De toneelgroep d’Ye kwam zaterdag verrassend goed op de planken met “De Hoekse en Kabeljauwse twisten”, een blijspel in drie bedrijven door D.J. Eggengoor. Het stuk speelt zich af in café “In de luie hoek”, waarvan Truus Hoek (Frieda de Heer) de eigenares is. Ze woont daar met haar zoon Pieter (Sjaak Kras) en opa, een kostelijke rol van Joop Kunst. In het café woont ook nog het hippe dienstmeisje Boukje, een leuke rol van Gerda Tol. Het stuk gaat over twee families, die al generaties lang in onmin leven over een stuk land waarop een varkensschuur stond. Een vete, die kennelijk maar niet wil overgaan, tot Amor om het hoekje komt kijken. Want wat gebeurt? Zoon Pieter Hoek wordt dolverliefd op dochter Stientje Kabeljauw, gespeeld door Maaike Tap. Op zekere dag strijkt mevrouw Adeline van Iependaal, een uitstekende rol van Nel Bakker, in het café neer met haar zeer verlegen sulletje van een zoon (Hans Keijzer), die naar de schone naam Wolfgang Amadeus luistert, want hij is als wonderkind geboren. Moeder Adeline ertroetelt haar zoon op een ziekelijke manier. Hippe Boukje maakt hier gauw een eind aan door flink met hem te flirten en uiteindelijk verliefd op hem te worden, welke gevoelens al gauw beantwoord worden. Van Wolfgang wordt hij Wolf. Van de familie Kabeljauw is Evertje (Gré Slegt) de kijfzieke, bedillerige vrouw des huizes, die het hele gezin goed onder de duim heeft. Haar echtgenoot, een leuke rol van Jan Schardam, heeft niets in te brengen dan lege briefjes. Toch komt er een scheurtje in haar gezag als haar dochter achter haar rug om verliefd blijkt te zijn op Pieter Hoek. Het huis is te klein als ze er achter komt. Adeline merkt ook al gauw dat haar troetelkind zijn affecties verplaatst heeft. Tenslotte komt natuurlijk alles goed, de paren krijgen elkaar, de families verzoenen zich en moeder Evertje belooft in de toekomst een lieve vrouw te worden. Alleen moeder Adeline heeft het nakijken; zij blijft alleen achter. Lees verder

01 mrt

Over twaalf dagen….tegen middernacht

twaalfdagenVrolijke avond met d’Ye in Damhotel

De toneelgroep d’Ye heeft alle aanwezigen in het meer dan volle Damhotel een vrolijke avond bezorgd met het toneelstuk “Over twaalf dagen… tegen middernacht”, een gezellig pretentieloos stuk met allerlei dwaze toestanden, dat de zaal deed schaterlachen. De hoofdpersoon is de heer Floris Appelman, zakenman in onroerend goed en erg rijk (uitstekend gespeeld door de heer Jan Schardam). Floris Appelman voelt zich nogal eenzaam in zijn grote huis, hij is weduwnaar, bovendien gebrouilleerd met zijn enige zoon. Daarom nodigt hij veelvuldig en langdurig familieleden uit, die van deze gastvrijheid gretig gebruik en misbruik maken, zoals tantje Kniertje (een kostelijke rol van Voufke bij ‘t Vuur), de familie Bloem, hij is ambtenaar (erg leuk neergezet door Peter Keijzer), zijn vrouw Sophie (Gré Slegt-Schreurs) en dochter Hannie (Anneke Berkhout). Frits Strekkers (heel goed gespeeld door Jan Tol) is ook tijdelijk in huize Appelman om het één of andere vak te leren, waar hij voorlopig nog geen zin in heeft. Verder zij er nog een schilderes Yvonne Walters (Gerda Tol), Jaap Zonneveld (Sjaak Kras), die in liefde voor Yvonne ontbrandt en enige personeelsleden. Arno Roskam nam de rol van huisknecht Bas voor zijn rekening, de huishoudster Martha werd gespeeld door Maaike Tap en de tuinman Boerema door Hans Keijzer. Het is in huize Appelman lang geen koek en ei, en als Appelman in de krant leest dat er op 31 maart om het middernachtelijk uur een enorme komeet de aarde zal vernietigen, besluit hij deze aprilmop uit te buiten. Grote paniek ontstaat, met zo’n korte levensduur voor de boeg is het uur van de waarheid aangebroken. Ieder gooit zijn masker af en doet en zegt waar hij zin in heeft. Tante Kniertje, oud, mopperig en vol kwaaltjes, doet alles wat haar verboden is, Willem Bloem temt in één keer zijn al twintig jaar lang mopperende en schreeuwende vrouw, Hannie bekent haar liefde aan Frits, Bas de huisknecht hangt zijn jasje aan de wilgen, de huishoudster wil ook al niet meer koken, kortom het huisgezin is één grote chaos. Uiteindelijk blijkt het krantenbericht een aprilmop te zijn en de onvermijdelijke kater volgt op de uitspattingen van de afgelopen twaalf dagen. Lees verder